Energiebronnen op de werkvloer: inzichten en ideeën uit de praktijk

Tijdens het event WorkLIVE’25 gingen onze gasten actief aan de slag met drie cruciale energiebronnen uit het JD-R model: autonomie, sociale steun en hersteltijd. In kleine groepen brainstormden zij over initiatieven om deze bronnen te versterken binnen de organisatie. De sessie leverde een breed scala aan ideeën op: van praktische quick wins tot strategische interventies. In dit artikel bundelen we de verzamelde ideeën als naslagwerk.

Sociale steun: veiligheid, verbinding en waardering

Een werkomgeving waarin mensen zich veilig voelen om zich uit te spreken, vormt de basis voor sociale steun. Het gaat om meer dan alleen een luisterend oor: het vraagt om een cultuur waarin feedback geven en ontvangen normaal is, waarin empathie wordt getoond en waarin collega’s en leidinggevenden elkaar actief ondersteunen. 

Uit de brainstorm kwam het volgende naar voren:

• Feedbackcultuur: feedback geven én ontvangen als kerncompetentie.
• Psychologische veiligheid: via vertrouwenspersonen, het niet accepteren van grensoverschrijdend gedrag, en het actief monitoren van sociale veiligheid.
• Leiderschap: empathie tonen, signalen herkennen, het goede gesprek voeren. Maar ook: als leider weten dat dit van je verwacht wordt.
• Concrete interventies:
  • Intervisiegroepen met een begeleider.
  • Buddy-systemen en employee resource groups (zoals ‘Women in Action’ of een neurodiversiteitgroep).
  • Leiderschapstrainingen over sociale steun en signalen herkennen.
  • Aandacht geven, waardering uitspreken en elkaar ook digitaal complimenteren.
  • Succesmomenten vieren, ook in kleine kring.

Autonomie: ruimte om te groeien en eigenaarschap nemen

Autonomie op de werkvloer betekent dat medewerkers de ruimte krijgen om hun werk op hun eigen manier in te richten, binnen duidelijke kaders en met vertrouwen vanuit de organisatie. Het gaat om het stimuleren van eigenaarschap, initiatief en creativiteit, zonder dat dit ten koste gaat van samenwerking of richting.

Deelnemers kwamen met ideeën zoals:

• Outputgericht werken: focus op resultaat in plaats van aanwezigheid.
• Eigen regie: zelf werktijden en taken inrichten, en een eigen ontwikkelpad kiezen.
• Psychologische ruimte: een veilige omgeving om fouten te maken, te experimenteren en met ideeën te komen.
• Structuren die autonomie ondersteunen:
  • Brainstormmomenten en overlegstructuren waarin meedenken wordt gestimuleerd.
  • Flexibiliteit in werkplek en werktijd.
  • Vrijheid om werk op eigen manier in te richten, afhankelijk van rol en persoon.