Van A naar geen flauw idee: leren navigeren in tijden van transitie
Tijdens een recente kennissessie nam Bart Götte, futurist, psycholoog en docent, ons mee in de dynamiek van transitie. Niet zomaar verandering, maar fundamentele verschuivingen in hoe we werken, organiseren en zelfs zijn als organisatie. Zijn boodschap was helder: we bevinden ons in een kantelfase, en wie niet meebeweegt, raakt achterop. Die kantelfase is geen toekomstmuziek: we zitten er middenin, met meerdere transities die tegelijk op ons afkomen.
Transitie is geen verandertraject
Volgens Götte is transitie wezenlijk anders dan veranderkunde. Bij verandering weet je waar je naartoe werkt. Bij transitie weet je alleen dat het oude niet houdbaar is, maar niet wat het nieuwe zal zijn. We gaan van A naar “geen flauw idee”. Dat vraagt om experimenteren, mislukkingen incasseren, en uiteindelijk: versnelling. Maar tegelijkertijd gaat die versnelling gepaard met chaos, conflict en crisis. Juist op de werkvloer voelen we die spanning, omdat mensen bang zijn iets te verliezen: hun rol, status, of bijvoorbeeld gevoel van zekerheid.

De zuigende kracht van de status quo
Organisaties zijn opgebouwd uit structuren – keurmerken, classificaties, protocollen – die ooit functioneel waren, maar nu vaak vertragend werken. Götte noemt dit het “basin of attraction”: een regime dat zichzelf in stand houdt door robuuste mechanismen. Denk aan het absorberen, ombuigen of neutraliseren van vernieuwing. Hoe hoger de resilience van zo’n regime, hoe sterker de neiging om alles bij het oude te laten.
Maar echte veerkracht betekent iets anders: het vermogen om mee te bewegen met verandering. Als het steeds meer moeite kost om de status quo te behouden, is dat een signaal dat de wendbaarheid afneemt. Organisaties moeten zich afvragen: zijn we nog in staat om te reageren op externe druk, of zijn we vooral bezig met het in stand houden van wat we kennen?
De arbeidsmarkt kraakt
Götte schetst een arbeidsmarkt die zijn plafond heeft bereikt. De werkloosheid is laag, de arbeidsparticipatie torenhoog, en informeel werk zoals mantelzorg neemt toe. Tegelijkertijd stagneert de economie: een “flatliner” waarin processen haperen, wachtlijsten oplopen en werkenden vaker uitvallen. De klassieke structuren uit de vorige eeuw wringen met de realiteit van vandaag.
De krapte is structureel geworden. Er is geen reservecapaciteit meer, en het systeem draait op volle kracht. Toch blijven organisaties vasthouden aan vaste structuren en klassieke rolverdelingen, terwijl de noodzaak tot flexibiliteit steeds urgenter wordt. Informeel werk vraagt om erkenning, en de grenzen tussen werk en privé vervagen. Dit vraagt om een herziening van hoe we arbeid organiseren en waarderen.
Wat vraagt dit van organisaties?
Götte roept organisaties op om te investeren in “schakelkracht”: het vermogen om flexibel te reageren op complexe uitdagingen. Dat betekent:
Ruimte bieden voor autonomie, empowerment en verbondenheid
Geef medewerkers regie over hun werk, tijd en plek. Vertrouwen is hierbij essentieel. Faciliteer zelforganisatie, stimuleer eigenaarschap en zorg voor een cultuur waarin mensen zich verbonden voelen met het grotere geheel.
Zinloze activiteiten schrappen
Een gedeelte van de werkdruk ontstaat niet door het werk zelf, maar door randzaken: vergaderingen, rapportages, controles. Door deze ballast weg te nemen en bureaucratie te vermijden, ontstaat meer ruimte voor de kerntaken.
Conventies loslaten
Veel overtuigingen stammen uit een ander tijdperk. Denk bijvoorbeeld aan vaste werktijden en functieomschrijvingen. Durf te herijken en experimenteren met nieuwe vormen van organiseren.
Bureaucratie en hiërarchie verminderen
Plattere structuren en kortere lijnen maken organisaties wendbaarder. Geef teams de ruimte om zelf besluiten te nemen en stimuleer samenwerking over afdelingen heen.
Informeel werk erkennen en faciliteren
Mantelzorg en andere vormen van informeel werk zijn van grote maatschappelijke waarde. Organisaties kunnen dit ondersteunen door flexibele werktijden, verlofregelingen en een open gesprek over werk-privébalans.
En vooral: anticiperen in plaats van reageren. Wie wacht tot het kantelpunt, loopt het risico om ingehaald te worden door de chaos. Organisaties die nu al ruimte maken voor experimenten, flexibiliteit en nieuwe vormen van organiseren, bouwen aan hun toekomstbestendigheid. Juist in tijden van onzekerheid is het vermogen om te bewegen belangrijker dan het vasthouden aan controle. Leiders die durven loslaten en ruimte geven aan vernieuwing, creëren de voorwaarden voor duurzame groei.
